Overweging – 3e zondag van de Veertigdagentijd

Je bekijkt nu Overweging – 3e zondag van de Veertigdagentijd
Samen dromen – liefde zij daad, Konstanze Trommer (Duitsland 2025), copyright Misereor Duitsland

‘Als iemand te lijden heeft, heeft hij of zij dat aan zichzelf te danken’, zo dachten de meeste Joden in Jezus’ tijd. Een stelling die lang niet altijd opgaat en die mensen groot onrecht kan aandoen. Soms komt lijden in je leven zonder dat je er ook maar iets aan kunt doen. Jezus verzet zich daarom heftig tegen deze instelling. Wanneer Hij met zijn leerlingen een blindgeborene tegenkomt, is de eerste vraag van de leerlingen: ‘Rabbi, wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders dat hij blind werd geboren?’ Jezus’ antwoord laat niets te wensen over aan duidelijkheid: ‘Noch hij, noch zijn ouders hebben gezondigd!’

In het evangelie van vandaag is iets dergelijks aan de hand. Pilatus heeft een aantal mensen laten afslachten, waarschijnlijk omdat ze ervan werden verdacht tot de verzetsbeweging tegen de Romeinen te behoren. Mensen die zo’n lot ondergaan, moeten wel hebben gezondigd. Jezus reageert fel daar op. Hij roept nog een andere tragische gebeurtenis in herinnering. Toen in Jeruzalem de toren bij de Silóam instortte, kwamen er achttien mensen om. Het zou toch te dol zijn om te beweren dat alleen die achttien mensen in Jeruzalem schuldig waren! Tot twee keer toe ontkent Jezus dat. En Hij zegt: ‘Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen’. Ongewoon harde woorden.

In het evangelie van vandaag komt een heel belangrijk probleem ter sprake. Als mensen worden getroffen door ziekte of dood of door welk leed dan ook, komt nogal eens als eerste reactie naar boven: ‘God, waarom moet mij dit overkomen? Waaraan heb ik dat verdiend?’ Een reactie die ik best kan begrijpen. Lijden, ziekte en dood komen heel dikwijls onverwacht en ongewenst. Toch is veel lijden verklaarbaar. Wij kunnen onszelf veel leed berokkenen, bijvoorbeeld door een verkeerde levensstijl of een verslaving. Maar er is ook veel lijden dat wij mensen elkáár aandoen.

De afbeelding van de hongerdoek hier voor u, laat eigenlijk een tweezijdig beeld van het leven zien. Links een mooie blauwe hemel, geen vuiltje aan de lucht. Maar rechts doemt in de verte onweer op en een tornado. Zal die het eiland van de kinderen gaan treffen? Donkere wolken doemen op, zowel op deze hongerdoek, als ook in de werkelijkheid. Donkere wolken van de klimaatverandering, soms figuurlijk in lange periodes van droogte, dan weer letterlijk door bosbranden, onweer en stormen met heel veel regenval. Maar ook de donkere wolken van menselijke gedragingen zoals machtsmisbruik en oorlog, egoïsme, overconsumptie, winstbejag, verdeeldheid, die ons sociaal samenleven op het spel zetten. Onze menselijke gedragingen zijn vaak de oorzaak van het lijden dat ons, maar vooral ook velen elders op aarde overkomt. Hoe kun je, hoe moet je daarmee omgaan? Hoe reageert Jezus van Nazareth daarop? Hij zegt dat wij bij lijdende mensen, bij mensen die het moeilijk hebben, allerminst mogen vergeten vragen te stellen aan onszelf.

Vandaag hoorden we in het evangelie het verhaal over die onvruchtbare vijgenboom. Ik vind het een bijzonder, maar ook schitterend verhaal. Die boom staat in een wijngaard. Hij heeft al drie jaar geen vrucht gedragen. De houding van de eigenaar van die wijngaard is daarom heel belangrijk. Die man is teleurgesteld. Hij wil dat de boom zo vlug mogelijk wordt omgehakt. Want dit is grondverspilling. In dit verhaal word ik vooral getroffen door de man die de onmiddellijke zorg heeft voor de wijngaard. Hij piekert er niet over om de boom zonder meer om te hakken. Hij pleit bij zijn heer om een jaar uitstel. In dat jaar wil hij nog eens extra aandacht aan die vijgenboom besteden. Hij zal hem nog eens goed bemesten en de grond erom heen nog eens omspitten. Hij trekt het, denk ik, een beetje op zijn fatsoen! Wellicht heeft hij in de afgelopen periode te weinig aandacht aan de boom besteed? ‘Als de boom over een jaar nog geen vrucht draagt, dan kunt u hem omhakken’, zegt hij tegen zijn heer. Let wel… hij zegt niet: dan zal ik hem omhakken. Een ontwapenende levenshouding. De mildheid en de wijsheid die uit zijn woorden spreken getuigen van zelfkennis. De man wenst niet meteen de schuldige aan te wijzen. Hij zegt niet: ‘Die boom deugt niet; daar zit geen groeikracht in; dat heb ik eigenlijk al van begin af aan gezien’. Nee, hij stelt vragen aan zichzelf. Die komen hierop neer: Misschien komt het (ook) wel door mij dat die boom niet tot bloei komt.

Wij zouden onszelf ook vragen kunnen of moeten stellen. Ook wij zouden ons moeten bekeren, moeten omkeren om de donkere wolken die ons bedreigen af te wenden. Bekeren, omkeren tot vrede en gerechtigheid, tot duurzaamheid, tot solidariteit met medemensen, tot sociale relaties die iedereen in waarde en waardigheid laten. Ons bekeren, ons keren tot een God die ís, tot een God met open armen, tot een God die ons de Schepping als geschenk heeft gegeven, tot een God die iedere mens op deze aarde tot leven roept. En die ommekeer zouden we kunnen omzetten in daden van liefde, zoals boven de hongerdoek staat: Liefde zij daad! Daarom is er ook dit jaar weer een Vastenactieproject, dat wij van harte bij u aanbevelen.