Bij: Lucas 15, 1-3 en 11-23; 2 Kor. 5,17-21
U bent van harte welkom op deze zondag, zoals altijd. Sámen zijn wij welkom in het huis van de gastheer Jezus Christus. Deze zondag heet: verheug je, Laetare. Als een werkwoord, want het is hard nodig, zeker in onze nu zo verwarrende wereld, om de vreugde en hoop te brengen die God ons zo graag wil geven. Het kan bij ons beginnen. Van de ene mens tot de andere. Deze 40- dagentijd laten we ons leiden door de hongerdoek, hier geprojecteerd. En als u nog geen afbeelding heeft krijgt u die aanstonds mee naar huis. De titel is veelzeggend: Samen dromen- Liefde zij daad.
Deze tijd van omkeren hebben wij allemaal nodig. Dat is ook de betekenis van het heilig jaar van de Hoop en het openen van de heilige deur met kerstmis. Keer je om, word een nieuwe mens.
Het Evangelie van deze zondag zal er ons bij bepalen.
In het welkom zijn ook onze gasten op De Boerderij inbegrepen, onze medebroeder Joost en onze organist Wout. Hij meldde het verdrietige bericht van overlijden van Marten Kamminga, geliefd componist en tekstschrijver. Wij zingen straks als een eerbetoon het Onze Vader, door hem op muziek gezet. En uiteraard Klaas, terug uit de Abdij De Pere in Amerika. Hij gaat ons eerst voor in het gebed van vergeving en ontferming.
Overdenking
De parabel die Jezus ons vandaag geeft komt niet uit de lucht vallen. Het is van alle tijden, mensen op zoek naar zichzelf, wie ben ik, wat is mijn weg, wat geeft zin. Het is ook van alle tijden dat mensen daarbij verloren kunnen lopen en anderen die ertegen optreden. Met een decreet. Vandaag tegen tollenaars en zondaars, maar zij zijn bij uitstek de mensen die bij Jezus gehoor vinden en zijn ontferming genieten. Henry Nouwen schreef over deze parabel en geraakt door Rembrandts schilderij zijn boek “Eindelijk thuis”. Het werd het boek over zijn eigen leven en gelezen door velen tot op vandaag. Verloren lopen en opnieuw je thuis vinden.
Een gevoel van totaal verloren zijn brengt de jongste zoon na een lange omzwerving, totaal berooid en hongerig, terug naar zijn eigen grond. Hij wil het proberen. Misschien heeft hij die grond, zijn levensrichting, nu in zichzelf gevonden. We weten het niet. Veel blijft open. Wat we hoorden is zijn schroom. Hij oefent onderweg, als een mantra, woorden voor zijn vader. Woorden van spijt om zijn zonden. Om moed te verzamelen. Geen gemakkelijke weg. Toegeven dat je verkeerd zat. Misschien vertrouwen geschonden hebt. Het kwaad in jezelf in de ogen kijken, zodat je ook de ander weer recht in de ogen kunt zien, is niet niks. Maar het kan wel je last verlichten. In een gesprek onlangs over het sacrament van boete en verzoening, kwam naar voor hoe heilzaam dat werd ervaren. Hoeveel lichter je je kunt voelen.
Maar het blijkt allemaal onnodig. De vader, bij Rembrandt de oude en bijna blinde man, staat verlangend op de uitkijk. Door medelijden bewogen. Het stamelen van de jongen hoort hij helemaal niet. De jongen is thuis. Ik houd van je… en zijn handen rusten als een zegening op de schouders van zijn zoon.
Op de meeste afbeeldingen zie je twee figuren. De jongste in het licht. De andere zoon, de “oudste”, wat terzijde. Die oudste, hij was een harde en trouwe werker. Op het land van zijn vader. Of het zijn eigen grond was en toekomst, dat weten we niet. Hij was “gewoon” altijd thuis. In de schaduw, de luwte. De dagelijkse gang door het leven. Hij had ook zijn erfdeel gekregen. Durfde hij het niet aan om de wereld in te trekken? Was thuis blijven zijn eigen keuze?. Hoe dan ook, hij krijgt het niet mee, de vreugde om zijn broer. Die hij niet meer zijn broer wil noemen. In zijn emotie vallen er harde woorden, van verwijt, wrok, boosheid, ook naar zijn vader. Het is een kantelpunt. De vader krijgt een zoon terug. Maar verliest de andere. “Maar jongen toch”. Een opstandingsverhaal, maar ook een gebroken relatie, een pijnlijke wond die misschin nooit zal helen.
Wat echt nodig is, tussen twee mensen, tussen gelovigen, tussen verschil in land en cultuur, dat is weten dat God eindeloos barmhartig is, dat er een nieuw begin mogelijk is als een nieuwe geboorte. Wat echt nodig is, is de moed om deemoedig en nederig te durven zijn. Zoals God zelf! Wat echt nodig is, is loslaten, zonder dat er ergens iets blijft hangen. Dat maakt onvrij en gaat uiteindelijk wrikken. En slaat op jezelf terug. Alleen verzoening door God en met de ander geeft vrede, zegt de apostel Paulus.
Er is een klein verhaal over Gods liefde. Het staat in een boekje van Paus Franciscus:
“We zien veel sterren aan de hemel, maar wanneer de ochtendzon komt met al dat licht, dan zien we de sterren niet meer. Zo is het ook met Gods barmhartigheid, een groot licht van liefde”.
God vergeeft niet met een decreet. Maar met een liefkozing. Dat mensen elkaar de hand reiken. Hoe moeilijk het ook kan zijn. Over je eigen schaduw heen springen, je blinde vlek ontwaren. Want, wat zou het mooi zijn als de oudste broer naast zijn broertje was geknield! Ik las onlangs: “alleen ga je sneller, samen kom je verder”. Een uitsprak van Mandela. Dat samen zien we vandaag verbeeld op de hongerdoek. De spelende kinderen zijn ongedwongen op elkaar betrokken. De dolfijnen en grienden zijn sociale dieren en graag in de buurt van mensen. De ooievaar is het symbool van een nieuw begin. Ik herinner me nog de geboortekaartjes van mijn broertjes, de ooievaar die het nieuwe kindje brengt.
Nelson Mandela
Alleen ga je sneller, samen kom je verder.
De veertigdagentijd helpt ons om dicht bij Jezus te blijven op zijn weg. Hij zegt: datgene wat de Vader mij heeft opgedragen heb ik gedaan. Dit verhaal heeft Hij ten volle geleefd. En Hij heeft er ons een schat mee in handen gegeven. Ik las eens: als het Evangelie alleen uit dit verhaal bestond, was het genoeg. Het laat zien dat wij steeds mogen terugkeren naar Huis, dat wij een Eindelijk Thuis hebben, waarnaar wij onderweg zijn. Als pelgrims van Hoop.
Dat geldt evenzeer voor de oudste broer! Want ik houd op deze vreugdezondag een vraag over: waarom heeft niemand hem snel geroepen voor het feest? Zou het in hem iets veranderd hebben? Of durfde hij niet op de muziek af? De God die ons liefheeft is immers pas waarlijk gelukkig als wij allemaal aanschuiven? Dat mogen wij aanstonds beleven in de viering van de Tafel, in breken en delen, als grote familie van God. U bent, wij zijn op tijd voor het feest.
Deze vreugdezonddag.
Amen.